Kees Keuch

Ik behoor tot de categorie die vanaf het eerste glas al z’n zinnen op de drank zet. Noem ’t ‘alcohol minded’; de ontdekking dat dit een perfect middel is, waarbij de wereld, voor je gevoel dan, ineens perfect in elkaar komt te zitten. Ik heb die ontdekking gedaan toen ik dertien was, op een familie feestje.
Bij ons thuis werd geen alcohol gedronken. Misschien was dat een reactie op het feit dat mijn grootvader alcoholist was. Op dat feestje, één van mijn stiefbroers die achttien was had zich verloofd en in het huis van zijn aanstaande schoonfamilie werd cola-tic gedronken. De ouderen zaten beneden en de jongeren zaten boven met de draaitafel en de eerste Beatles lp. En ik kreeg, stiekem, ook een glaasje te pakken. Dat sloeg gelijk aan. Dat warme overrompelde gevoel dat omhoog kruipt uit de maagstreek en het lekkere gevoel in je hoofd daarna.

Mijn moeder is vroeg gestorven, ik was toen negen jaar. Een paar jaar daarna kreeg mijn vader kennis aan een weduwe met ook twee zoons. Samen met mijn vader en oudere broer verhuisden wij naar de andere kant van Amsterdam en trokken bij hun in. Van de ene op de andere dag een gezin met zes personen waarvan ik de jongste was. Persoonlijk vond ik het de eerste paar maanden wel leuk maar het is te mooi om te geloven dat dit per definitie goed zou gaan. Mijn eigen broer vertrok al heel snel en trok in bij mijn grootouders. Op mijn vijftiende, bijna zestien, ben ik gaan werken als jongste bediende in de fotografiehandel.Toen ik mijn eerste maandsalaris had ontvangen, contant uitbetaald in zo’n doorzichtig pergamijn zakje, eiste mijn stiefmoeder dit op. In de deuropening heb ik gezegd dat dit niet zou gebeuren, ben vertrokken en ook bij opa en oma ingetrokken.

Kees Keuch herstelverhaal

Net zeventien geworden kon ik een kamer huren in een souterrain op de prinsengracht. Kreeg zelf de vrije hand in alles en ondanks mijn jonge leeftijd verdiende ik een vorstelijk salaris en kon prima in mijn eigen onderhoud voorzien. Drie avonden per week naar school want ik moest natuurlijk nog wel het nodige bijleren. Het was in de tweede helft van de zestiger jaren. Provo en een nieuwe kijk op de samenleving. De goegemeente werd wakker geschud. Paradiso en Fantasio opende hun deuren en een nieuwe leefstijl werd ontwikkeld. In mijn nieuwe vriendenkring werd hasj gerookt en tot op de dag van vandaag ben ik hier altijd een liefhebber van geweest. Ook de andere geestverruimende genotsartikelen werden tot genoegen uitgeprobeerd.
Aanvankelijk werd in de scene geen alcohol gedronken. Dat was in eerste instantie not-done, alcohol en blowen tegelijk, maar mettertijd veranderde dat. Vanaf mijn negentiende- twintigste deed de alcohol zijn intrede op de feesten en ben ik geleidelijk aan gaan drinken. Stevig zelfs in verhouding tot mijn leeftijdgenoten. In het begin zo’n tien glazen bier op een avond. Dat was toen veel. Later is tien glazen niets meer. Die heb je dan alleen al nodig om de eerste dorst weg te werken en in later jaren om de onthoudingsverschijnselen de kop in te drukken. Pas daarna voel je je weer een beetje normaal terwijl een ander dan al met z’n kin op de bar hangt. Dat ik zoveel kon drinken had ook te maken met dat ik nooit ‘katers’ heb gehad. Dat zie je vaker bij ‘broeders van de natte gemeente’. Zodoende had ik ook geen enkele reden om minder te drinken. Ik had er de volgende dag geen last van en kon gewoon naar mijn werk. Pas veel later kwamen die onthoudingsverschijnselen, maar katers, nee. Ik werd ook nooit ziek van alcohol; ging ondanks mijn grote alcoholconsumptie nooit af bij vrienden en vriendinnen omdat ik lag te kotsen in het toilet. Ik heb dus nooit die rem gehad, zo van de volgende keer maar eens wat rustiger aan doen.

Ze hebben me nooit naar huis hoeven dragen, ook later niet.

Vervolgens had ik al snel een vriendenkring opgebouwd waarin stevig werd geconsumeerd. Ik weet niet of dat toevallig is of dat je dat zelf zo uitzoekt, maar het was wel zo. Veel studenten, kunstenaars en ander ongeregeld, ik viel dus niet echt op. Het breekpunt kwam kort voor de eerste opname. Toen begreep ik eigenlijk voor het eerst dat ik wat te ver heen was, dat ik aan de ‘limit’ zat. Dat ik daarvoor al veel meer dronk dan een ander had me nooit eerder aan het denken gezet. Wat dat betreft ben ik er met open ogen ingetuind. Zeker in die tijd was er weinig informatie beschikbaar over alcoholisme, in tegenstelling tot de grote hoeveelheid informatie over drugs. Wat ik wel had gelezen waren allerhande boeken over verdovende middelen en de risico’s daarvan. Die gevaren kende ik wel. Maar wat wist ik nou over alcohol? Natuurlijk had ik wel eens verhalen gehoord over drankzuchtige types die in de goot lagen. Maar dat was de ver van mijn bed show. Je denkt er niet bij na dat iemand van zevenentwintig ook al verslaafd kan raken aan de drank.

Kees Keuch herstelverhaal

Toen ik een jaar of éénentwintig was ben ik bij de krant gaan werken. Nou het leek wel of ze daar het hadden uitgevonden. Om twaalf uur in de lunchpauze gingen we naar het café en werden er een paar glazen bier gedronken, dat was normaal! Na een glansrijke carrière ben ik na ruim vijf jaar overgestapt naar het cafébedrijf. Dat is natuurlijk de droom van iedere alcoholist; een vis in het water. Daar heb ik in korte tijd mijn verslaving vervolmaakt. Ik begon constant te drinken. De basis daarvoor was in m’n vorige baan al gelegd. Want, zoals bekend, wordt ook in de krantenwereld flink geconsumeerd. Dat zal tegenwoordig wel anders zijn(?) Dat ik daar weg ging had niet direct met mijn drankprobleem te maken. Toen ik in de ziektewet zat had de bedrijfsarts niet in de gaten wat er werkelijk aan schortte. Hij geloofde mijn verhaal dat ik overwerkt was, ondanks het feit dat ik al met een flinke kegel de spreekkamer binnenstapte. Dat vond hij blijkbaar normaal voor iemand die bij een krant werkt. Die man bleek niet in staat om door mijn smoes heen te prikken, ik moest maar eens een maandje thuis blijven, vond hij. In die maand ben ik in dat café begonnen. Verdiende daar pakken geld en kon vrij drinken. Op de krant hebben ze me niet meer terug gezien. Pas na drie maanden kreeg ik een ontslagbrief, die ik achteraf bezien, nog had kunnen aanvechten. Daarna ging het snel bergafwaarts. Alles kwam tegelijk. Dat café ging dicht en mijn eerste vriendin waar ik inmiddels vijf jaar mee samenwoonde pakte haar boeltje. Plotseling zat ik zonder geld. Van de Sociale Dienst had ik wel eens gehoord maar ik wist echt niet hoe dat werkte. Ik gunde me bovendien de tijd niet om daar uren in een wachtkamer te zitten, daar was mijn dorst te groot voor. Ik had dringend hulp nodig maar dacht er niet aan bij een consultatiebureau aan te kloppen. Toen heb ik een GGD arts gebeld die ik nog uit mijn jeugd kende. Die doorzag de situatie ogenblikkelijk en heeft mij naar het Jellinek centrum verwezen. Daar hebben ze mij eerst een tijd ‘ambulant’ behandeld. Dat heeft geresulteerd dat ik drie maanden van de drank ben afgebleven. Omdat ik het niet vol hield is toen besloten dat ik maar opgenomen moest worden, drie maanden in de kliniek. Na die eerste opname heb ik twee jaar min of meer ‘droog’ gestaan. Min of meer: na een jaar begon ik stiekem af en toe weer te drinken. Dat moest wel stiekem gebeuren omdat mijn tweede vriendin dat niet accepteerde. Zij heeft mij, toen ik in de kliniek zat opgezocht en symbolisch gezegd er uitgehaald. We gingen ook gelijk samenwonen. Zij wist vrij veel van alcohol en bij haar hoefde ik niet met smoesjes aan te komen. Zou ik weer gaan drinken, dan zou dat voor haar ’t einde betekenen. Die druk heeft me ruim een jaar droog gehouden. Dat was op zichzelf al een fout uitgangspunt: als jij droog blijft om iemand anders tevreden te stellen, dan is jouw poging gedoemd te mislukken. Dat kan een tijd duren, maar het gebeurt! En zo verging het mij ook. Twee jaar na de eerste opname, ik was toen achtentwintig, liep het weer spaak. Om allerlei redenen had ook mijn tweede vriendin haar koffers gepakt en nog dezelfde avond kon het feest weer beginnen.

Kees Keuch herstelverhaalIk deed weer mee, praktijk hervat.

Maar op een gegeven moment ga je onherroepelijk weer voor de bijl. Simpel en alleen om het feit dat je nog niet geaccepteerd hebt dat je niet meer kan en mag drinken. Zonder die acceptatie lukt het gewoon niet. Dat is ook de reden waarom zoveel alcoholisten, ’t zij kort dan wel lang na een opname weer de mist ingaan. En dat is ook de reden waarom ik twee jaar na mijn eerste opname weer met drinken begonnen ben. Dàt, en het feit dat ik mijn levensstijl niet had aangepast. Dan red je het niet met een Spa rood in je hand.

Die twee jaar na de eerste opname was ik werkloos. Daar kon ik absoluut niet tegen, ik werd er gek van. Bij de Sociale Dienst heb ik zelfs aangeboden om desnoods maar bomen te gaan kappen in het Amsterdamse Bos, als ik maar wat om handen had. Het gekke is dat juist op het moment dat ik weer begon met drinken, er een baan in zicht kwam. Dat heeft toen wel degelijk een remmende invloed gehad. Ik heb me echt een tijd ingehouden. Voor mij hing alles af van die baan als fotograaf bij de universiteit. In de universiteit was destijds een ‘bruin café’. Op vrijdagmiddag rond een uur of vier gingen de chef en collega’s de week afsluiten. Een gezellig samenzijn rond de tap, socialer kan het niet. Gelukkig schonk de bar ook een prima cappuccino en de eerste vrijdagen kon ik me daar mee redden. Vertelde natuurlijk niet dat het feitelijk beter voor mij was geen alcohol te gebruiken. Op een gegeven moment ter ere van het gereed komen van een audiovisueel trainingsprogramma werd dit ook even nat gemaakt in het bruine café. Doet u mij maar een kleintje bier.
We hadden een toneelstuk gefilmd opgevoerd door studenten van de faculteit Frans. Daar speelde een aantal studentes in van rond mijn leeftijd waarvan er eentje voor mij er uitsprong. En juist die studente werkte een paar keer per week in dit bruin café, als bijbaan rond het bitteruur. Zij nodigde mij uit voor haar feestje gehouden in de soos en na twee weken kwam ze bij me wonen. Alles bij elkaar kon het niet beter. Het heeft al met al dan ook vijf jaar geduurd voor ik aan m’n volgende opname toe was. Wel begon ik geleidelijk aan weer meer te drinken, met alle gevolgen van dien. Na verloop van tijd begon mijn buitensporige ziekte verzuim natuurlijk wel op te vallen. Toch dacht ik daar niet echt bij na. In feite had ik dus van de eerste opname geen moer geleerd.

Kees Keuch herstelverhaal

Ik verzon de gekste trucs en de mooiste smoezen om de oorzaak van mijn werkverzuim te camoufleren. In het begin lukte dat. Maar het laatste jaar liep ’t op alle fronten fout. Mijn absentie begon echt in de gaten te lopen. Ik kon m’n werk niet meer naar behoren doen. Men merkte dat ik veel dronk, al deed ik dat nooit onder werktijd. Ik kreeg last van onberedeneerde angstgevoelens. Van een rinkelende telefoon sprong ik al en meter de lucht in. En die angsten werkte ik weer weg met nieuwe ladingen drank, zónder dat ik in de gaten had dat het onthoudingsverschijnselen waren die de alcohol veroorzaakte.Door een samenloop van omstandigheden- want zo gaat dat meestal- belandde ik voor de tweede keer in de Jellinek kliniek. Na twee jaar kon m’n geliefde studentje het niet meer aan en vertrok. Mijn baan stond op springen.

Ik had in mijn directe omgeving bijna alle schepen achter me verbrand, telefoon, gas en licht waren afgesneden en ik had geen rooie cent meer.

’t Waren dus weer de externe, zeg maar de ‘sociale’ omstandigheden, en niet de drank zelf, die me daar terecht deden komen. Ook die tweede keer was ik nog niet echt gemotiveerd om van de drank af te komen. Die motivatie kreeg pas een beetje vorm tijdens deze opname die ruim drie maanden geduurd heeft. Toen pas heb ik heel serieus geaccepteerd dat ik niet meer kon drinken, maar dan ook geen druppel. Inmiddels was ik tweeëndertig en wat rijper. En wat het belangrijkste was: ik had mijn baan nog en ik had collega’s die het heel goed oppakten. Want die zijn, als je droog blijft, haast nog blijer dan je zelf bent. Die motivatie groeide ook toen ik zag dat nuchter de zaken lekkerder lopen. Duidelijk werd dat de kick van de drank in geen verhouding stond tot de horror en ellende van de onthoudingsverschijnselen waarmee ik in de laatste fase te kampen had. De kick van het nuchter zijn was voor mij ineens veel groter.

Van de drank afkomen lukt niet door alleen maar van die fles af te blijven. Je zult je leefpatroon, dat helemaal geconcentreerd was rond dat drinken, anders moeten opbouwen. Je moet een nieuw leven beginnen. Doe je dat niet, dan struikel je. Onherroepelijk!

Inmiddels ben ik vierenzestig geworden.

campagne posterHoe is het me vergaan na die tweede opname? Negen jaar volledig abstinent van alcohol. Naast mijn reguliere baan bij de universiteit heb ik in eigen beheer een aantal audiovisuele producties gerealiseerd voor diverse organisaties o.a. veel voor SOS-Kinderdorpen. Hiervoor heb ik veel gereisd naar Azië en midden Amerika. Een aantal jaren alleen gewoond, verdiende bij elkaar behoorlijk goed, veel buiten de deur gegeten, het zonder (vaste) vrouw leven beviel me prima tot dat ik een vrouw tegen kwam op een bijscholingscursus voor specialistische fotografie. Zij was ook fotograaf en werkte ook bij een academische instelling. Het was niet gelijk raak want zij had nog een relatie. Op een gegeven moment brak wel het lint van rustig afwachten en we gingen samen een weekend op pad buiten Amsterdam. Spannend samen in een hotel, samen in bed. Zij dronk rode wijn en ik kon niet achterblijven. In de roes van liefde en samen plezier maken, naast het gedeeltelijk samen werken had ik te laat in de gaten inmiddels weer op de glijbaan terecht te zijn gekomen. Vijf jaar heb ik het vol gehouden, net niet teveel drinken zodat je nog op de been blijft. Na vijf jaar knalde de relatie. We stimuleerde elkaar in het drinken i.p.v. elkaar te remmen. Het verschil was dat ik wel wist wat een alcoholverslaving betekent en zij niet. Ik heb haar daarna nooit meer gezien. Zelf dacht ik met een korte detox opname het wel weer te redden, ja voor een paar weken. Meerdere korte opnamen gehad en nog een lange van drie maanden.

Daarna ging het weer jaren goed, geen druppel. Enkele korte relaties totdat een nieuwe dame zich meldde. Een vrouw werkzaam in het cafébedrijf en die goed kan koken. Dit kan ik in de tegenwoordige tijd schrijven omdat ik nu nog steeds meer haar samenwoon, ik geloof al bijna twintig jaar. En de laatste tien jaar leef ik ze goed als 100% abstinent van alcohol en voel me redelijk tevreden. Tevreden, ja. Ik kan leven zonder drank al is het soms laveren.

De meeste mensen hebben geen idee hoe moeilijk het is om van de fles af te blijven, juist omdat drinken zo gewoon is.

Iemand die niet drinkt, daar zit een luchtje aan. Dat vind ik zelf eigenlijk ook nog steeds, ja. Tenminste, als ik weet dat zo iemand geen alcoholist is en daarom niet drinkt. Echt zwakke momenten heb ik niet. Niet in die zin dat ik over straat loop en plotseling dorst krijg. Ik heb ook niet de illusie dat ik ooit weer ‘sociaal’ zal kunnen drinken, de droom van veel alcoholisten, want ik weet dat bij de eerste druppel de grote dorst weer zal worden geboren. En die blijft zuigen.

En toch…, je weet het nooit.

Reacties zijn gesloten.